Overslaan en naar de inhoud gaan
Stip de kat

Met Stip

Wim Peumans

Schrijver, antropoloog en kattenman

24/03/2020

'Verdorie, stom ding.' Het wiel van mijn rolkoffertje blijft weer steken, het handvat glijdt uit mijn hand en kwakt tegen de straatstenen. Bij mijn thuiskomst na een lange treinreis vanuit Amsterdam voel ik me moe en opgelaten.

Ik ben blij als ik eindelijk mijn vertrouwde straat in Leuven binnen wandel. Aan mijn voordeur aangekomen, open ik mijn rugzak en graai naar de huissleutel. Ik open de deur en werp nog een laatste blik op de verlaten straat voordat ik naar binnen ga. Maar dan zie ik op het trottoir aan de overkant iets voorbij tippelen. Een kat.

Ik heb haar nog niet eerder gezien – de katten van de buren rekenen de platte daken in de tuinen van de rijhuizen tot hun territorium. Ze lijkt verdwaald. Ik druk mijn lippen op elkaar en zuig lucht naar binnen om mijn “kattenroepgeluidje” te maken. De kat kijkt meteen naar waar het geluid vandaan komt en steekt zonder aarzelen de straat over. Ik hurk, steek mijn hand voorzichtig uit en ze geeft me een kopje. Nog voordat ik zelf over de drempel stap, is ze al naar binnen gegaan.

'Wat krijgen we nu? Van wie is die kat,' vraagt Jan. 'Weet ik niet, ze liep op straat en zag er verloren uit.' Het is een mooi gekleurde lapjeskat, mijn favoriete soort. Lapjeskatten zijn altijd vrouwelijk en temperamentvol. Dat ze een eigen karakter heeft zullen we gauw ondervinden.

Stip de kat

© Wim Peumans

Net wanneer ik indommel, voel ik iets aan mijn voeten.

Als Jan zich neerzet in de zetel, springt de kat zonder enige schroom op zijn schoot. 'Wat scheelt er met haar oog?' Pas op dat moment valt ons beiden op dat er een wit vliesje over haar rechteroog hangt. Iets dat ze mogelijk opliep in een gevecht. Zou ze blind zijn aan een kant? 'Ik vind het maar vies,' geef ik toe. 'Misschien heeft haar baasje haar mishandeld. Laten we morgen naar de dierenarts gaan.'

Het oog blijkt verzorging nodig te hebben: twee flesjes oogdruppels, tweemaal daags toedienen. Een kat oogdruppels geven is een hele uitdaging, en een kat die je niet kent al zeker. De kat laat het allemaal toe, zolang we haar belonen met een schaaltje melk. 

Het toeval wil dat Jan en ik net alle spullen hebben gekocht om een kat in huis te halen: een kattenbak, een lelijke krabpaal, een draagbox. We waren van plan in de komende weken een asiel te bezoeken. Bij de dierenarts heeft niemand een vermiste kat gemeld en ons raam vol posters hangen, levert niets op. 

Tijdens haar eerste nacht in ons huis, heb ik moeite de slaap te vatten. Ik hoor haar kleine pootjes overal rond het huis: ze is op verkenning. Net wanneer ik indommel, voel ik iets aan mijn voeten. Het kruipt naast mijn lichaam omhoog en ineens krijg ik likjes aan mijn gezicht en hoor ik het onmiskenbare snorren zoals alleen een kat dat kan. Ze vlijt zich neer naast me en valt in slaap.

© Wim Peumans

Stip
Stip de kat

© Wim Peumans

Waarom altijd diezelfde Annie M.G. Schmidt naam?

De kat lijkt bij ons te willen blijven, en wij hebben graag dat ze blijft. Maar hoe zullen we haar noemen? 'Iets boeddhistisch misschien,' oppert Jan, terwijl de kat zich op haar rug legt en gewillig haar buik laat aaien. 'Nee, Minoes wil ik haar noemen.' 'Waarom altijd diezelfde Annie M.G. Schmidt naam? Dat is zo afgezaagd.' De kat laat de discussie aan zich voorbijgaan en grijpt Jan's aaiende hand vast om er mee te spelen. 

'Kijk, ze heeft een oranje vlek op haar buik. Grappig. Zullen we haar anders vlekje noemen?' 'Of wat denk je van Stip?' Stip. We laten de naam even in onze mond rondgaan. De naam bevalt ons beiden wel. Kort, krachtig en toch wel... katachtig. Zo begint op een koude winteravond in januari 2011 ons leven met Stip.

Ontdek meer over Wim en zijn schrijfsels via zijn website.

En jouw gastbijdrage?

Ben jij stiekem gek van katten? Kruip je graag in de pen of maak je leuke foto’s, video’s, gifs of illustraties?

Word Contributor